Examen Wiskunde B VWO 2025
Kun jij goed rekenen met goniometrische functies? Weet jij alles van de afgeleide en zijn algebraïsche vaardigheden voor jou geen probleem? Op deze pagina kun je alles lezen over het examen Wiskunde B VWO.
De examenstof
Het examen Wiskunde B VWO 2025 bestaat uit een aantal onderdelen, namelijk:
Op het examen wordt van je verwacht dat je je algebraïsche vaardigheden op orde hebt. Denk bijvoorbeeld aan breukvormen, wortelvormen, machten, logaritmen en bijzondere producten. Zorg van elk van deze vormen dat je weet hoe je hiermee moet rekenen of een som moet oplossen. Ook moet je vergelijkingen kunnen oplossen en herleidingen kunnen uitvoeren. Zorg dat je bij vergelijkingen altijd je antwoord controleert door deze opnieuw in de vergelijking te stoppen. Zorg dat je de verschillende methoden hiervoor kent en in staat bent snijpunten in grafieken te vinden.
Dit onderdeel gaat in op standaardfuncties, grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden. Je moet van standaardfuncties weten wat het domein en bereik zijn. Verder moet je grofweg weten hoe een grafiek zich laat uittekenen aan de hand van het soort functie. Bijvoorbeeld een machtsfunctie laat een parabool zien bij een even n, maar is puntsymmetrisch wanneer de n oneven is. Exponentiële functies laten een steeds sneller stijgende of dalende lijn zien. En logaritmische functies het omgekeerde laten zien van een exponentiële functie. Een goniometrische functie is golvend. Van dit soort functies moet je de evenwichtsstand en amplitude kunnen berekenen. Ook moet je functies kunnen combineren en herleidingen kunnen uitvoeren.
Op het examen moet je eerstegraadsvergelijkingen kunnen oplossen. Dit zijn lineaire vergelijkingen. Zorg dat je de methode met eliminatie en substitutie kent. Ook moet je tweedegraadsvergelijkingen, hogeregraadsvergelijkingen en wortelvergelijkingen kunnen oplossen. Verder moet je weten wat er gebeurt bij het transformeren van een functie. Zorg dat je weet wat exponentiële-, goniometrische- en logaritmische functies zijn. Je moet daarnaast de abc-formule kunnen gebruiken en de inverse van een functie kunnen bepalen. Ten slotte moet je om kunnen gaan met asymptoten en limieten van functies. Een bijzondere vorm die je op het examen moet kennen is een perforatie.
Differentiaal- en integraalrekening gaat in op afgeleide functies, algebraïsche technieken en integraalrekening. Afgeleide functies worden toegepast om de helling van een grafiek te bepalen. Zorg dat je de extreme waarden weet op te zoeken, en dat je bekend bent met het berekenen van de tweede afgeleide.
Bij de algebraïsche technieken moet je de basisregels van het differentiëren kennen. Verder moet je kunnen rekenen met de productregel, somregel, verschilregel, quotiëntregel en kettingregel. Bij integraalrekening moet je in staat zijn om de oppervlakte van een grafiek te kunnen berekenen. Zorg dat je de Riemannsom kent en weet hoe je moet primitiveren.
Goniometrie is het deel van de wiskunde dat zich bezighoudt met driehoeken. En dan voornamelijk met de goniometrische functies sinus, cosinus en tangens. Wanneer je met cirkels te maken hebt, moet je weten hoe je met radialen moet omgaan. Goniometrische functies komen veel voor in parametervoorstellingen. Dit zijn figuren waarbij zowel de x als y afhankelijke variabelen van de tijd zijn.
In het laatste onderdeel moet je verschillende definities en stellingen kennen, en de sinusregel en cosinusregel kunnen toepassen. Ook moet je algebraïsche methoden in de vlakke meetkunde kunnen toepassen. Ten slotte moet je weten wat vectoren zijn en hier mee kunnen rekenen.
Het examen Wiskunde B VWO
Wiskunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de eigenschappen van getallen, patronen en structuren. Het examen Wiskunde B VWO bestaat uit open vragen over deze onderwerpen. Hieronder leggen we uit wat voor vragen je kunt verwachten.
Op het examen moet je de eigenschappen van standaardfuncties kennen, grafieken kunnen tekenen en vergelijkingen kunnen oplossen. Ook wordt er verwacht dat je kunt differentiëren en de eerste en tweede afgeleide kunt gebruiken om een functie te onderzoeken. Daarnaast moet je integralen kunnen berekenen en berekeningen kunnen uitvoeren bij periodieke verschijnselen. Ten slotte dien je algebraïsche methoden in de vlakke meetkunde te kunnen toepassen en kunnen rekenen met vectoren.
Op het Wiskunde B examen kan je naar schatting rond de 17 open vragen verwachten.
Hoe kunnen wij jou helpen bij het eindexamen?
Wij geloven dat iedereen kan slagen voor het eindexamen. Om jou te helpen goed voorbereid het examen in te gaan, hebben wij alle belangrijke informatie voor jou op een rijtje gezet en bieden we handige producten aan om jou te helpen slagen voor het examen Wiskunde B VWO:
Informatie
- Examentips. Hier vind je alle belangrijke tips die je moet weten voor het examen Wiskunde B VWO.
- Oude examens Wiskunde B VWO. Oefenen is tenslotte het grote geheim om te slagen.
Producten
- Samenvatting voor het examen Wiskunde B. Dit is een kort en bondige samenvatting van alle examenstof.
- Oefenboek voor het examen Wiskunde B. Honderden oefenvragen gesorteerd per subdomein.
- Uitlegvideo's voor het examen Wiskunde B. Dit zijn tientallen video's waarin de examenstof duidelijk wordt uitgelegd.
- Examentraining voor het examen Wiskunde B. Krijg twee dagen persoonlijke aandacht en pak jouw struikelvak aan.
De examenperiode is de meest stressvolle tijd van de middelbare school. Maar als jij onze samenvatting goed doorneemt, veel oefenvragen maakt en onze examentips leest, dan ga jij straks slagen voor het eindexamen!