Examen Maatschappijw. VWO 2025
Ken jij alle kernconcepten al? En kun je de visies van de verschillende paradigma's op de maatschappij moeiteloos uitleggen? En weet jij hoe de maatschappij is opgebouwd? Op deze pagina kun je alles lezen over het examen Maatschappijwetenschappen VWO.
De examenstof
Het examen Maatschappijwetenschappen VWO 2025 bestaat uit een aantal onderdelen, namelijk:
Dit hoofdstuk gaat over algemene vaardigheden die je moet beheersen op het examen MAW VWO. Het is belangrijk dat je de betrouwbaarheid en representativiteit van informatiebronnen en onderzoeken kunt bepalen. Daarnaast kun je de hoofd- en kernconcepten van maatschappijwetenschappen toepassen tijdens het analyseren van maatschappelijke vraagstukken. Zorg ook dat je de sociaalwetenschappelijke paradigma’s kunt onderscheiden en ze kunt herkennen in maatschappelijke verschijnselen of vraagstukken. Tot slot ben je zelf in staat om een eenvoudig onderzoek over een maatschappelijk verschijnsel op te zetten en uit te voeren.
Voor het examen moet je snappen hoe socialisatie werkt. Dit is het proces waarbij iemand de normen, waarden en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert. Ook moet je weten welke socialisatoren er zijn en welke vormen van socialisatie er zijn. Daarnaast staan de concepten identiteit en cultuur centraal. Hierbij moet je ook de verschillende cultuurdimensies van Hofstede kennen. Ook moet je verschillende politieke stromingen kunnen onderscheiden. Ten slotte moet je weten hoe de verschillende paradigma's naar socialisatie kijken.
Op het examen moet je weten wat voor invloed sociale ongelijkheid op de maatschappij heeft. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ongelijke behandeling op basis van maatschappelijke positie of andere waarneembare eigenschappen. Je moet weten hoe verschillende theorieën over sociale ongelijkheid denken. Een ander belangrijk concept is macht. Je moet weten wat het verschil is tussen macht en gezag en wat verschillende theorieën over macht zeggen. Dit onderdeel gaat verder over conflicten en samenwerking. Vaak spelen machtsverschillen hier ook een rol bij. Je moet weten hoe verschillende paradigma's naar conflicten kijken en wat voor gevolgen (politieke) conflicten voor de maatschappij kunnen hebben. Je moet verder weten wat het veiligheidsdilemma van nationale staten is en welke theorieën er bestaan over de economische ontwikkeling van staten.
Ten slotte moet je het één en ander weten over internationale betrekkingen. Nederlandse politieke besluitvorming staat vrijwel nooit op zichzelf. Meestal zijn we afhankelijk van ontwikkelingen op internationaal vlak. Dit komt onder andere door globalisering en Europese integratie. Je moet de volgende internationale instituten kennen: de EU, VN en NAVO.
De Europese Unie is een supranationale instelling voor Europese burgers. Je moet het politiek systeem van de EU kennen. Weet hierbij dat de Europese Commissie wetsvoorstellen indient en het dagelijkse bestuur op zich neemt. Het Europees Parlement debatteert over de ingediende wetsvoorstellen en kan wijzigingen voorstellen. Vervolgens neemt deze samen met de Europese Raad van ministers (van alle EU-lidstaten) een beslissing over de voorstellen. Zorg dat je weet op welke vlakken de EU actief is. Bijvoorbeeld economie, handel en recht. En wat er door lidstaten zelf wordt geregeld. Denk aan onderwijs, cultuur en sociale voorzieningen. Sta ook stil bij de rol van een instituut als de Europese Centrale Bank (ECB) of het Europees Hof van Justitie. Zorg verder dat je de voordelen en nadelen (problemen) van de EU kent. Denk onder andere aan besluitvorming, democratie, nationale soevereiniteit en financiën.
Het tweede instituut is de Verenigde Naties. Je moet weten wat het doel van de VN is (vrede en veiligheid in de wereld bewaren). Maar ook op welke gebieden de VN actief is (1) vrede en veiligheid, (2) mensenrechten, (3) economische ontwikkelingen in derdewereldlanden en (4) milieuproblematiek. Ook hier is het belangrijk om te weten hoe besluitvorming plaatsvindt. Je moet onder andere de rol van het Internationaal Gerechtshof en de Veiligheidsraad kennen.
De NAVO is een militair samenwerkingsverband van 28 Noord-Amerikaanse en Europese landen. Het belangrijkste artikel van de NAVO is artikel 5. Een aanval op één van de landen wordt gezien als een aanval op allemaal. Je moet weten waar de NAVO actief is en hoe besluitvorming binnen de NAVO plaatsvindt.
Op het examen moet je weten hoe sociale bindingen de maatschappij beïnvloeden. Ook moet je weten welke visie de verschillende paradigma's op bindingen hebben. Belangrijke concepten in dit onderdeel zijn groepsvorming en sociale cohesie. Verder moet je weten wat sociale en politieke instituties zijn en wat voor rol deze in de samenleving spelen. Ook moet je het verschil kennen tussen representatie en representativiteit. Ten slotte moet je de rol van een staat bij collectieve actie kennen, net als het verschil tussen natievorming en staatsvorming.
Er zijn verschillende veranderingsprocessen die de samenleving beïnvloeden. Dat zijn rationalisering, individualisering, institutionalisering, staatsvorming, democratisering en globalisering. Op het examen moet je deze veranderingsprocessen in detail kennen en weten wat voor rol zij spelen. Je moet bijvoorbeeld huidige ontwikkelingen in de maatschappij kunnen relateren aan deze veranderingsprocessen. Ook moet je weten hoe de verhoudingen en verbondenheid tussen mensen in de samenleving is veranderd. Verder moet je weten wat modernisering inhoudt en welke drie paradoxen er met betrekking tot modernisering zijn. Ten slotte moet je weten hoe de verschillende politieke stromingen denken over globalisering en individualisering.
Het examen Maatschappijwetenschappen VWO
Maatschappijwetenschappen bestudeert de opbouw en het functioneren van de maatschappij. Op het examen Maatschappijwetenschappen VWO 2025 komen bovenstaande hoofdonderwerpen terug. Het examen bestaat enkel uit open vragen over deze onderwerpen. Hieronder leggen we uit wat voor vragen je kunt verwachten.
Bij het merendeel van de vragen wordt een casus geschetst. Meestal over maatschappelijke problemen die vanuit meerdere kanten kunnen worden belicht. Er wordt van je verwacht dat je één van de kanten van het probleem belicht. Het kan ook zijn dat je verschillen tussen bepaalde stellingen moet kunnen aanduiden. Soms dien je je antwoord te onderbouwen met verschillende argumenten.
Andere vragen gaan rechtstreeks over de begrippen. Leer de begrippen daarom goed. Laat je eventueel overhoren door een klasgenoot. Daarnaast komt het ook voor dat je begrippen in een context moet plaatsen. Probeer goed te letten op de relatie van de begrippen in combinatie met een groter onderwerp.
Hoe kunnen wij jou helpen bij het eindexamen?
Wij geloven dat iedereen kan slagen voor het eindexamen. Om jou te helpen goed voorbereid het examen in te gaan, hebben wij alle belangrijke informatie en handige producten voor jou op een rijtje gezet:
Informatie
- Examentips. Hier vind je alle belangrijke tips die je moet weten voor het examen Maatschappijwetenschappen VWO.
- Oude examens Maatschappijwetenschappen VWO. Oefenen is tenslotte het grote geheim om te slagen.
Producten
- Samenvatting voor het examen Maatschappijwetenschappen. Dit is een kort en bondige samenvatting van alle examenstof.
- Oefenboek voor het examen Maatschappijwetenschappen. Honderden oefenvragen gesorteerd per subdomein.
- Uitlegvideo's voor het examen Maatschappijwetenschappen. Dit zijn tientallen video's waarin de examenstof duidelijk wordt uitgelegd.
De examenperiode is de meest stressvolle tijd van de middelbare school. Maar als jij onze samenvatting goed doorneemt, veel oefenvragen maakt en onze examentips leest, dan ga jij straks slagen voor het eindexamen!