Hoe schrijf je een boekverslag?
Het woord zegt het eigenlijk al: een boekverslag is een door jou gemaakt verslag van een boek dat je hebt gelezen. Je hoeft voor dit verslag niet zelf het wiel uit te vinden; vanuit school krijg je namelijk al een opdracht met een aantal vaste vragen of onderwerpen. Aan de hand van deze opdracht schrijf jij je boekverslag. Maar hoe doe je dat precies? Op deze pagina kun je alles lezen over het schrijven van een boekverslag.
Waarom moet ik een boekverslag schrijven?
Naast het feit dat het boekverslag (vaak) een verplichte opdracht vanuit school is, is het boekverslag ook voor jezelf erg handig. In je examenjaar zal het onderdeel literatuur worden afgesloten met een mondelinge overhoring, waarin jouw gelezen boeken zullen worden besproken. Per niveau en per school zal het verschillen hoeveel boeken er gelezen moeten worden. Je kunt je vast voorstellen dat de gebeurtenissen en personen in boeken die je meer dan een jaar geleden hebt gelezen niet helemaal vers in je geheugen blijven zitten. Jouw boekverslagen kunnen dienen als een geheugensteuntje.
Misschien denk je nu: al die informatie staat toch op het internet? Dat is niet helemaal waar. In de mondelinge overhoring wordt vooral gevraagd naar jouw ervaring met een boek en naar jouw analyse en bevindingen. Docenten zijn zich ervan bewust dat er veel informatie op het internet te vinden is en zij zullen proberen om juist niet naar deze bekende weg te vragen.
Inhoud: hoe ziet een boekverslag er precies uit?
Een boekverslag heeft geen verplichte vaste vorm. De eisen voor het boekverslag kunnen per school verschillen. Om toch een beter beeld te kunnen geven van de inhoud van een boekverslag, hebben we hieronder een lijst gemaakt met onderdelen die zeer regelmatig in een boekverslag te vinden zijn.
Feitelijke gegevens
De feitelijke gegevens zijn vrij eenvoudig te vinden in het boek. Je hoeft hiervoor het boek nog niet te hebben gelezen. Het gaat hierbij om de auteur, de titel, de uitgever, de plaats en het jaar van uitgave, het genre en eventueel het aantal pagina’s.
Samenvatting
In de samenvatting vertel je de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen in het verhaal. Het is aan te raden om dezelfde volgorde aan te houden als het boek. Schrijf de samenvatting in je eigen woorden en let erop dat de samenvatting niet te lang wordt.
Titelverklaring
Een schrijver kiest altijd bewust voor de titel van het boek. Soms is de titelverklaring eenvoudig en soms zit er een verborgen betekenis achter. Probeer goed na te denken over de titel en deze eventuele verborgen betekenis te ontcijferen.
Beschrijving van personages
In een boek komen altijd belangrijke en minder belangrijke personen voor: de hoofd- en bijpersonages. Over de hoofdpersoon of personen wordt meer informatie gegeven, zodat jij ze als lezer beter leert kennen. De bijpersonages zal je minder goed leren kennen, maar je hebt vast een bepaald beeld over ze. Beschrijf dit beeld voor zowel de hoofd- als de bijpersonages, maar wees een stuk uitgebreider bij de hoofdpersonages. Denk bijvoorbeeld aan karaktereigenschappen en gedragsuitingen.
Tijd en ruimte
Bij dit onderdeel omschrijf je in welke tijd en op welke plekken het verhaal zich afspeelt. De tijd en ruimte zijn vaak een bewuste keuze van de schrijver. Een schrijver kan ervoor kiezen om te beginnen in het heden, maar om later in het verhaal ook gebeurtenissen uit het verleden te vertellen. Je komt dan als lezer steeds iets meer te weten van de geschiedenis van de hoofdpersoon. Je kunt dus iets vertellen over de chronologie (tijdsvolgorde) van het verhaal. Ook de ruimte in een verhaal heeft vaak een betekenis. Zo roept een horrorverhaal in een donker bos een heel andere sfeer op dan een horrorverhaal op een zonnig speelplein. Sta goed stil bij de vraag waarom de schrijver bepaalde keuzes maakt.
Vertelperspectief
De schrijver kiest altijd voor een bepaald vertelperspectief. Soms kijk je als lezer mee vanuit de ogen van de hoofdpersoon en soms kijk je als het ware mee van bovenaf en zie je van alle personages wat ze doen. Er zijn drie veelvoorkomende vertelperspectieven:
1. De alwetende verteller
Dit is een verteller buiten het verhaal. Deze verteller is alwetend, omdat hij meer weet over alle personages dan zij zelf kunnen weten. Deze verteller kan zelfs uit het verhaal stappen en rechtstreeks de lezer toespreken.
2. De ik-verteller
Er is sprake van een ik-verteller als je als lezer meekijkt met een ik-figuur en waarbij het perspectief bij deze ik-figuur ligt.
3. De personale verteller
Als het verhaal in de derde persoon is geschreven en het perspectief van het verhaal ligt bij een hij/zij-figuur, dan heb je te maken met een personale verteller. Soms ligt het perspectief het hele boek bij hetzelfde personage en soms wisselt het perspectief bijvoorbeeld per hoofdstuk van personage.
Schrijfstijl
De schrijfstijl van auteurs kan heel verschillend zijn. Sommige auteurs weiden erg uit over kleine onderdelen binnen het verhaal, terwijl andere auteurs veel ‘sneller’ vertellen. Ook kan de woordkeuze (grof/netjes) je wel of niet aanspreken. Vertel wat je opvalt aan de schrijfstijl in jouw gelezen boek en wat je hiervan vindt.
Thema’s en motieven
Een thema kun je zien als het hoofdonderwerp van het boek. Denk bijvoorbeeld aan liefde, dementie, moed, vrijheid, etcetera. Een motief is iets in het verhaal wat meerdere keren terugkomt. Dit kan een voorwerp zijn, maar ook een handeling of een gevoel. Een motief heeft vaak een onderliggende waarde of betekenis. Zo kunnen bijvoorbeeld dobbelstenen duiden op het lot of op toevalligheid.
Tot slot: een aantal algemene tips
Om bij de voorbereidingen op je mondeling zoveel mogelijk baat te hebben bij je boekverslagen, is het belangrijk om je eigen mening zo duidelijk mogelijk te formuleren en te onderbouwen in de verslagen. Je zal dan eerder het gevoel kunnen terughalen dat je had op het moment dat je het boek aan het lezen was. Gebruik om dezelfde reden ook zoveel mogelijk je eigen woorden. In het mondeling gaat het immers om jouw leeservaringen en jouw analyses.
Video
Wil je nog wat extra uitleg over hoe je een boekverslag schrijft? Kijk onderstaande video voor nog meer tips.