De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, die vier jaar zou duren. Door de industrialisatie, de wapenwedloop en het militarisme was de schade niet te overzien. In dit artikel kun je lezen over de oorzaken, de aanleiding, het verloop en de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog.
Video
Wil je weten wat de hoogtepunten waren van de Eerste Wereldoorlog? Kijk dan onderstaande video van JORTgeschiedenis.
De context: de plek van Duitsland in Europa
Om te beginnen gaan we terug naar de Frans-Pruisische oorlog (ook wel de Frans-Duitse oorlog genoemd) van 1870. Duitsland bestond in deze tijd uit veel kleine staatjes, waarvan Pruisen de belangrijkste staat vormde. De minister-president van Pruisen was Otto von Bismarck, die van Duitsland een eenheid wilde maken. Het begin van deze eenheid was de Noord-Duitse bond tussen 22 Duitse staten, die in 1867 werd gesloten. Frankrijk was op dit moment het sterkste land in Europa en zag deze Duitse bond als een bedreiging. Daarom verklaarde Frankrijk in 1870 Pruisen de oorlog, maar werd al na een aantal veldslagen verslagen. Maar nog vernederender voor Frankrijk was het feit dat de Pruisische koning Wilhelm I in het paleis van Versailles tot keizer van het uitgeroepen Duitse Rijk werd benoemd. Daarnaast lijfde Duitsland de Franse provincies Elzas Lotheringen in, die enkele eeuwen eerder door de Fransen van Duitsland waren afgenomen.
Otto von Bismarck werd de rijkskanselier van het Duitse Keizerrijk. Hij was tevreden met de machtssituatie in Europa, maar zag wel dat Duitsland was omgeven door sterke mogendheden. Hij voerde daarom Realpolitiek, wat inhield dat hij het machtsevenwicht in Europa wilde handhaven door middel van het sluiten van allianties. Bismarck was daarom ook tegen imperialisme, omdat het conflicten met andere landen tot gevolg kon hebben.
In 1888 stierf Keizer Wilhelm I en kwam Wilhelm II op de troon. Hij begon een meer agressief buitenlands beleid te voeren, omdat hij van Duitsland een nog grotere mogendheid wilde maken. De Realpolitiek veranderde zo in de Weltpolitik, die gericht was op expansie. Omdat dit lijnrecht tegen de politiek van Bismarck inging, werd Bismarck ontslagen.
Oorzaken
Door de Weltpolitiek en de ambities van de nieuwe Duitse keizer liepen de spanningen rond het begin van de 20e eeuw hoog op in Europa. Er zijn een aantal belangrijke oorzaken aan te wijzen die deze spanningen verergerden en die uiteindelijk zorgden voor de Eerste Wereldoorlog:
- Duitsland als bedreiging. Het nieuwe Duitse Keizerrijk werd een sterke staat, zowel op militair, economisch en politiek gebied. Dit zorgde voor een verstoring van het machtsevenwicht in Europa, waarbij Frankrijk de dominante positie verloor. Frankrijk wilde wraak en de andere landen voelden zich bedreigd door Duitsland als grootmacht. Dit zorgde voor grote spanningen in Europa.
- De allianties. Door de spanningen wilden de Europese landen sterker staan en besloten ze bondgenootschappen (ofwel allianties) te sluiten met elkaar. Zo had Duitsland een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië, ook wel de Triple Alliantie genoemd. Aan de andere kant had je Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland die de Triple Entente sloten.
- Nationalisme. In Europa was in sterke mate sprake van nationalisme: mensen waren erg trots op hun land en op hun volk. Veel landen voelden zich beter dan andere landen. Dit zorgde voor spanningen en speelde ook een rol bij het modern imperialisme. Hoe meer koloniën, hoe meer aanzien het land had. Hier waren veel landen op gericht.
- Militarisme en een wapenwedloop. De Duitse ambities en het nationalisme in Europa gingen ook hand in hand met toenemend militarisme. Er kwam een voorliefde voor militair vertoon, om andere landen te laten zien hoe sterk en machtig het land was. Zo begon er ook in een wapenwedloop in Europa.
- Modern imperialisme. In deze tijd was Engeland de grootste macht op zee, met een grote vloot en veel koloniën in bezit. Vooral Duitsland wilde echter de concurrentie met Groot-Brittannië aangaan en ook een ‘plek onder de zon verkrijgen’. Zo werd in de Vlootwet van 1898 de Duitse vloot uitgebreid. Het lukte Duitsland echter niet zo goed om de overzeese expansie succesvol te maken. Daarom richtte het land zich later meer op het Europese vasteland. Het modern imperialisme, de strijd om koloniën, zorgde er echter wel voor dat de oorlog een wereldoorlog werd. Ook in de Europese koloniën werd namelijk gevochten.
Aanleiding
Op 28 juni 1914 werd de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, de prins Frans Ferdinand, doodgeschoten in Sarajevo, Bosnië en Herzegovina. De dader heette Gavrilo Princip en was een aanhanger van een Servische nationalistische beweging. Deze gebeurtenis wordt als aanleiding van de Eerste Wereldoorlog gezien. Oostenrijk-Hongarije, dat al jaren klaar was met de terroristische activiteiten in Servië, en zich nu versterkt voelde door het bondgenootschap met Duitsland, stelde daarom een ultimatum aan Servië. Servië had echter een bondgenootschap met Rusland en voelde zich daardoor gesterkt en verwierp het ultimatum. Rusland besloot te mobiliseren en Oostenrijk-Hongarije volgde de dag erna ook met een mobilisatie. Dit betekent dus dat formeel gezien, Rusland als eerste besloot om de oorlog te beginnen. Het was echter Duitsland dat hierna begreep dat er nu definitief een oorlog zou komen. Er was voor het land geen moment meer te verliezen, want de Russische mobilisatie betekende dat Duitsland op twee fronten zou moeten gaan vechten (aangezien Rusland en Frankrijk een bondgenootschap hadden). Eerst stelde Duitsland nog een ultimatum aan Rusland om de mobilisatie te stoppen, maar hier werd niet op gereageerd. Daarom verklaarde Duitsland aan Frankrijk en Rusland de oorlog en besloot over te gaan tot aanval.
Je ziet dus dat door alle bondgenootschappen die gesloten waren, één enkele moord een kettingreactie tot gevolg had die leidde tot de Eerste Wereldoorlog.
Een loopgravenoorlog
Met veel enthousiasme, aangestoken door overmoedig nationalisme en militarisme, vertrokken de Duitse soldaten. Ze dachten dat ze de oorlog voor de kerst van 1914 al wel zouden hebben gewonnen. De Duitse aanval was gebaseerd op het Von Schlieffenplan. Eerst vielen de Duitsers België binnen, een land dat net zoals Nederland en Zwitserland neutraal was in de Eerste Wereldoorlog en dus niet meedeed. De Duitsers schenden hiermee dus de neutraliteit van België. Omdat de Britten de neutraliteit van de Belgen garanderen, verklaarde nu ook Groot-Brittannië Duitsland de oorlog.
Het Duitse leger trok intussen op naar de Franse grens. Als ze het op deze manier voor elkaar kregen om Frankrijk snel te veroveren, konden ze zich daarna focussen op Rusland. Zo zouden ze een tweefrontenoorlog kunnen voorkomen.
De snelle opmars van de Duitsers kwam echter in 1914 al tot stilstand bij Parijs, toen de Fransen bij de Slag bij de Marne de Duitsers een nederlaag bezorgden. De Duitse troepen groeven zich hierna in, waardoor er al gauw aan het westelijk front in Europa een loopgravenoorlog ontstond. Zo lagen gigantische legers in haastig gegraven loopgraven tegenover elkaar in een linie die liep van de Zwitserse grens tot aan de Noordzee. Soms vielen legers in een gebied elkaar aan, wat veel soldaten het leven kostte maar vaak geen terreinwinst tot gevolg had. Een snelle Duitse overwinning werd hierdoor onmogelijk gemaakt en er kwam toch een tweefrontenoorlog. Door nieuwe militaire technieken en wapens was het heel moeilijk om grond te veroveren en werd de oorlog uitputtend. Toch vonden er ook enkele veldslagen plaats, wat echte slachtvelden waren. Zo mislukte de Frans-Britse aanval bij de Slag aan de Somme in 1916 grandioos, wat het overlijden van zo’n 1 miljoen soldaten tot gevolg had.
Verloop van de oorlog vanaf 1917
Terwijl er in het begin veel enthousiasme was voor de oorlog, veranderde dit naarmate de oorlog voortduurde. Dit kwam niet alleen door de verschrikkingen op het slagveld, maar ook doordat de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog was. Dit houdt in dat niet alleen de legers vochten, maar dat de gehele maatschappij meevocht. Arbeiders moesten meevechten, waardoor er een groot gebrek aan voedsel ontstond.
In 1917 begon Duitsland een onbeperkte duikbotenoorlog waarbij alle schepen werden aangevallen, waaronder die van Amerika. Daarnaast onderschepte de Verenigde Staten het Zimmermann-telegram waarin Mexico door Duitsland werd overgehaald om aan de oorlog mee te doen. Dit was de reden voor de Verenigde Staten om zich ook aan te sluiten bij de geallieerden en met de oorlog mee te gaan doen in 1917. De geallieerden stonden hierdoor veel sterker. Al eerder had ook Italië zich losgemaakt van de Centralen en zich bij de geallieerden gevoegd. Wel trok Rusland zich in 1917 terug uit de oorlog, vanwege de Oktoberrevolutie. In Rusland nemen de communisten de macht over en ontstaat de Sovjet-Unie. Dit nieuwe land sloot vrede met Duitsland en verdween hierdoor van het strijdtoneel.
In 1918 bleek dat de Centralen de oorlog nooit gingen winnen. In Duitsland breken er door onrust en oorlogsmoeheid revoluties uit, waarna de Republiek van Weimar werd uitgeroepen en de Duitse keizer naar Nederland vluchtte. De nieuwe regering wil een vredesakkoord en een wapenstilstand volgt, op 11 november 1918.
Gevolgen
De Eerste Wereldoorlog had de volgende gevolgen:
- De Eerste Wereldoorlog had ruim 30 miljoen doden, gewonden en vermisten tot gevolg. De verwoestingen waren op niet eerder vertoonde schaal, door de betrokkenheid van de burgerbevolking en massavernietigingswapens. Dit was ook te wijten aan de industrialisatie, die de massaproductie van nieuwe wapens mogelijk maakte en nieuwe uitvindingen als gifgas en tanks die in de oorlog werden ingezet.
- Het Verdrag van Versailles werd gesloten. Dit verdrag had verstrekkende gevolgen voor Duitsland.
- De kaart van Europa veranderde tijdens en na de oorlog op revolutionaire wijze. Zo werd in Rusland de tsaar van zijn troon gestoten en vermoord en werd in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije het keizerrijk vervangen door een republiek. Ook in Nederland werden ingrijpende politieke veranderingen doorgevoerd, zoals het algemeen kiesrecht, wat ons land een volledig democratisch land maakte.
- De Verenigde Staten werden de nieuwe wereldmacht. De Amerikaanse president Wilson komt met het initiatief van de Volkenbond, een voorloper van de Verenigde Naties, die een nieuwe oorlog moest voorkomen. Maar in plaats van een sfeer van samenwerking heerst er nog steeds een sfeer van wantrouwen in Europa. Ook autoritaire ideologieën als het fascisme en het communisme winnen aan populariteit. Uiteindelijk leidde dit tot de opkomst van Hitler en de NSDAP. De Volkenbond zal dan ook niet voorkomen dat de Tweede Wereldoorlog later in de 20e eeuw plaatsvindt.