Lenen van geld (uitleg)
Als je geld tekort komt kun je gaan lenen. Ook overheden, bedrijven en banken zelf kunnen geld lenen. Er zijn veel verschillende soorten leningen, waarbij verschillende leners geld vragen bij verschillende aanbieders. Hieronder lees je meer over hoe lenen werkt.
Hoe is er bij lenen sprake van ruilen over de tijd?
Als je geld leent kies je ervoor om op een bepaald moment een bepaald geldbedrag van een andere partij te ontvangen en dat later weer terug te betalen. Vaak wordt er hierbij rente betaald. Als je geld leent van een bank vraagt de bank hiervoor rente. Zonder rente zou de bank geen reden of voordeel hebben om geld uit te lenen. Ook is er een risico dat je het geld niet terugbetaalt. Door middel van rente wordt de bank hiervoor gecompenseerd.
Bij lenen is sprake van ruilen over de tijd. Als je leent, kies je ervoor om op een bepaald moment een geldbedrag te ontvangen dat je later terug moet betalen. Je hebt dan op het moment dat je leent meer geld, maar in de toekomst minder. Dan moet de lening immers worden terugbetaald. Er is dus sprake van een positieve tijdsvoorkeur: als je leent kies je ervoor om in het heden meer geld te hebben en in de toekomst minder. Lenen gaat zo ten koste van consumptie in de toekomst: als je nu geld leent kun je nu meer kopen, maar in de toekomst zul je je lening terug moeten betalen en kun je minder consumeren.
Lenen kan verschillende doelen hebben. Je kunt bijvoorbeeld lenen om meer te kunnen consumeren. Als je consumeert koop je een product waarvoor je later vaak niets terugkrijgt. Als je bijvoorbeeld een nieuwe TV koopt, kun je wel beter TV kijken maar verdien je hier niets aan. Het doel van lenen kan ook zijn om te investeren. Als je geld investeert hoop je geld te verdienen door iets te kopen wat meer waard wordt. Een bedrijf kan bijvoorbeeld geld lenen om nieuwe machines aan te schaffen, met als doel hierdoor meer winst te maken.
Als je leent bouw je een schuld op. Dit is het bedrag dat je in totaal terug moet betalen. Een schuld is een voorraadgrootheid: dit is het bedrag wat je in de min staat en wat je op één moment kunt meten.
Wie lenen geld?
Geld kun je lenen op de vermogensmarkt. Op de vermogensmarkt komen de vraag en aanbod naar geld samen. De vraag en het aanbod van geld bepalen samen de prijs van geld: de rente. Leners zijn op de vermogensmarkt de vragers: zij vragen geld om dat later weer terug te betalen.
De belangrijkste vragers op de vermogensmarkt zijn consumenten, ondernemingen en de overheid. Zij lenen geld. Deze verschillende soorten vragers komen bij verschillende aanbieders terecht. Een consument of onderneming zal eerder naar een gewone particuliere bank stappen, terwijl een overheid meestal is aangewezen op beleggers. Hierdoor ontstaan verschillende soorten leningen voor verschillende soorten vragers.
Wat voor soorten leningen zijn er?
Consumenten en ondernemingen lenen vaak geld bij particuliere banken. Samen met de bank bespreken zij dan het bedrag dat geleend zal worden, de termijn waarover zal worden terugbetaald, het rentepercentage en andere voorwaarden. De rente die wordt betaald is afhankelijk van het risico dat een lening niet wordt terugbetaald. Hoe hoger het risico, hoe hoger de rente zal zijn.
Bij een lening van een particuliere bank kan sprake zijn van een onderpand. Een onderpand is iets wat je kwijtraakt als je je lening niet terugbetaalt. Bij een hypothecaire lening met als onderpand een huis raak je bijvoorbeeld je huis kwijt als je je lening niet terug kan betalen. Een onderneming kan bijvoorbeeld een bedrijfspand als onderpand gebruiken bij een lening. Als de lening dan niet wordt afbetaald, raakt de onderneming het pand kwijt.
Als overheden geld willen lenen zijn zij vaak aangewezen op beleggers. Overheden lenen vaak geld in de vorm van het uitgeven van staatsobligaties. Als een overheid een obligatie uitgeeft, leent zij geld. De obligaties worden aangeboden op de vermogensmarkt. Als de Nederlandse overheid bijvoorbeeld een obligatie van € 1.000 uitgeeft, probeert zij € 1.000 te lenen. Als een belegger deze obligatie koopt, leent hij/zij geld uit. Bij het kopen van een Nederlandse staatsobligatie van € 1.000 leent een belegger € 1.000 uit aan de Nederlandse staat. De rente op een staatsobligatie hangt af van het land dat de obligatie uitgeeft en het aanbod van kapitaal op het moment dat de staatsobligatie wordt uitgegeven. Een land dat veel schulden heeft zal een hogere rente moeten bieden dan een land met weinig schulden, omdat het risico op niet terugbetalen hier groter is.
Ook bedrijven kunnen obligaties uitgeven. Als een bedrijf een bedrijfsobligatie van € 1.000 uitgeeft, probeert het € 1.000 te lenen. Een belegger die deze obligatie vervolgens koopt, leent geld uit aan dit bedrijf. Ook bij bedrijfsobligaties hangt de rente af van het bedrijf dat de obligaties uitgeeft en het aanbod van kapitaal op het moment dat de obligatie wordt uitgegeven. Voor een bedrijf dat veel schulden heeft zal het lastiger zijn om geld te lenen, omdat het risico op niet terugbetalen groter is. De rente op een obligatie van dit bedrijf zal dan stijgen.
Video
Wil je nog meer weten over lenen? Kijk dan onderstaande les van Economie-Academy.